Kadarka
De Kadarka geeft ronde, boterige wijnen met een robijnrode kleur en herkenbare aroma’s van kersen en bosbessen met soms een hint van kruidnagel. Hij kan jong gedronken worden, maar de betere wijnen van de Kadarka kunnen jaren worden bewaard.
Voor meer informatie zie onderaan de pagina.
Hij geeft uitstekende cépage wijnen maar hij kan ook goed gemengd worden met andere druiven, zoals in het beroemde Egri Bikavér, oftwel: Hongaarse Stierenbloed. De Kadarka is niet makkelijk te telen. Hij is teer en gevoelig voor ziekten. Daardoor wordt hij - helaas - steeds vaker vervangen door andere, sterkere druiven.
Waarschijnlijk is de Kadarka tijdens de Ottomaanse bezetting in de 16de eeuw door vluchtende Serven in Hongarije geïntroduceerd. Maar hij komt ook op vrij grote schaal voor in Noorden van Bulgarije - waar hij 'Gamza' heet - en in het Noorden van Roemenië aan de grens met Hongarije, waar hij 'Cadarca' wordt gespeld.