Carmenère
De Carmenère geeft stevige rode wijnen met veel structuur, zachte tannines en een boeiend scala aan geuren. Kenmerkend is het zwarte pepertje. Maar als hij goed gemaakt is gaat dat pepertje vloeiend samen met bramen, pruimen en allerlei kruiden: van koffiebonen tot donkere chocolade en tabak.
Voor meer informatie zie onderaan de pagina.
























De Carmenère is eigenlijk bij toeval aan een tweede carrière begonnen. Oorspronkelijk komt hij uit de Bordeaux. In de 19de eeuw nam een aantal Chileense wijnmakers Merlot plantjes mee uit de Bordeaux om de eigen wijngaarden mee aan te planten. Dat dachten ze althans. Tot ze er aan het eind van de 20ste achter kwamen dat het grootste deel van de plantjes niet Merlot maar Carmenère was (!)
Wijnmakers in de Bordeaux hebben in de loop van de vorige eeuw bijna alle Carmenère verwijderd. Het is een moeilijk te hanteren plantje, dat precies genoeg zon en vooral niet te veel water wil. In Zuid-Amerika krijgt hij wat hij precies wat hij nodig heeft en de Chileense wijnmakers hebben er dan ook dankbaar één van hun belangrijkste specialiteiten van gemaakt. Dikwijls mengen ze hem met Cabernet Sauvignon en Merlot.