Chenin Blanc
Droge wijnen van de Chenin Blanc (Steen in Zuid-Afrika) zijn knisperend fris met een onvergelijkbare geur van groene appeltjes, reine claude en kweepeer. Vaak iets aards en mineraal. Edelzoete wijnen van Chenin Blanc hebben het groene fruit ingeruild voor perzik, ananas, acacia en honing.
Voor meer informatie zie onderaan de pagina.
























Het is geen eenvoudige druif, de Chenin Blanc. Niet voor de wijnboer, want hij rijpt zeer laat en houdt helemaal niet van slecht herfstweer. Zijn de stokken te weinig gesnoeid, dan geeft de Chenin Blanc een matige wijn. Wordt hij te vroeg gerijpt, dan is het al niet veel beter.
Er zijn een paar dingen die je over de Chenin Blanc moet weten. In tegenstelling tot de meeste andere witte druiven kan de Chenin Blanc uitstekend bewaard worden. De beste Franse Chenin Blancs hebben meer dan 10 jaar nodig om tot ontwikkeling te komen en kunnen ook daarna nog decennia gedronken worden. Drink je hem te jong, dan koop je waarschijnlijk nooit weer een fles. Maar heb je geduld, dan beloont de Chenin Blanc je op een geweldige manier.
Oorspronkelijk komt de Chenin Blanc uit de Loire vallei en daar is hij nog steeds op vrij grote schaal aangeplant. In Vouvray, Anjou en Savennières liggen de meest interessante wijngaarden. De wijnmakers daar maken hun Chenin Blanc zowel beendroog als intens zoet.
Ook buiten Frankrijk staat veel Chenin Blanc aangeplant. Het is de meest aangeplante witte druif van Zuid-Afrika. Daar noemen ze hem Steen. Ook in Noord- en Zuid-Amerika komt hij veel voor. Nieuwe Wereld-wijnmakers proberen hem zo te maken dat je hem toch al vrij jong kunt drinken.