Sangiovese
Een typische wijn van de Italiaanse Sangiovese druif heeft een wat kruidige geur waarin je vaak tijm, bittere kersen, viooltjes en vers gesneden tomaat kunt herkennen. Sangiovese combineert pittige tannines met frisse zuren en kruidigheid. Een wijn om te drinken bij (Italiaans) gekruide gerechten.
Voor meer informatie zie onderaan de pagina.
De meeste Sangiovese groeit in Toscane. De wijngaard en de manier waarop de wijn gemaakt is, kan een flinke invloed op de smaak van Sangiovese hebben. Eenvoudige wijnen van Sangiovese zijn betrekkelijk licht en moeten binnen 3 tot 4 jaar gedronken worden. Topwijnen van Sangiovese hebben gerijpt in houten vaten. Ze zijn rijker, geconcentreerder, met zachtere tannines en een bewaarpotentieel van soms wel 20 jaar.
Het is nog niet zo lang geleden dat de gemiddelde wijnliefhebber liever zijn autoruiten ontdooide met een flesje Sangiovese. De met riet beplakte flesjes Chianti van de pizzeria op de hoek was er van gemaakt. Ongeïnspireerde wijn die vaak ook nog eens was gemengd met het sap van andere, toevallig bij elkaar geraapte druiven.
Die treurige tijden van de Sangiovese zijn sinds een jaar of 20 gelukkig voorbij. De Italianen hebben hun Sangiovese als een kwaliteitsdruif herontdekt. Hij is inmiddels in een internationale concurrentiestrijd beland met Franse iconen als Merlot en Cabernet Sauvignon. De kwaliteit van de Chianti is spectaculair verbeterd en dat geldt ook voor andere Italianen die – grotendeels – van de Sangiovese zijn gemaakt, als Brunello di Montalcino en Vino Nobile di Montepulciano.
Wijnmakers uit de Nieuwe Wereld hebben de afgelopen jaren gretig Sangiovese plantjes uit Italië meegesmokkeld. Er wordt driftig geëxperimenteerd en het wachten is op fraaie resultaten…